ARTIKEL KETENSAMENWERKING INKOOP KETENSAMENWERKING STADSLOGISTIEK SUPPLY CHAIN

Bron: https://www.logistiek.nl/184714/gemeenten-zijn-ook-zelf-aan-zet-in-gebundeld-aanleveren

Eerste publicatie op 29 apr 2022 | Laatst gewijzigd op 29 apr 2022

Gemeenten zijn ook zelf aan zet in gebundeld aanleveren

Wat doen gemeenten zelf om hun facilitaire goederen op een duurzame manier op het afleveradres te krijgen? Best wel iets, maar het kan een stuk beter, zo blijkt uit nieuw onderzoek. Daarin staan aanbevelingen voor gemeenten: kijk naar je interne processen bij nieuwe aanbestedingen. Kijk ook naar de effectiviteit van stadshubs. Want het succes van stadshubs hangt vooral af van wat inkopers doen.

De Best Paper Award van VLW (Vervoerslogistieke Werkdagen) ging dit jaar naar Anna Dreischerf en Paul Buijs, allebei verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. Thema: inkooplogistiek; meer specifiek: wat doen gemeenten in Nederland zelf om hun facilitaire goederen op een duurzame manier op het afleveradres te krijgen? Denk daarbij aan verbruiksgoederen in gemeentelijke kantoorgebouwen zoals papier en koffie en andere facilitaire diensten. Conclusie: er gebeurt veel, maar het kan een stuk beter.

Effectiviteit stadshubs valt tegen

Dreischerf deed uitgebreid deskresearch in het kader van haar promotieonderzoek. Dat onderzoek begon in 2019 en zal eind volgend jaar tot een afronding komen. Ze kwam van alles tegen, nadat ze had gekeken naar de effectiviteit van goederenhubs, waar steeds meer steden zich van willen bedienen. Steeds meer publieke organisaties dwingen min of meer het gebruik van hubs af.

“Het bleek dat hubs niet altijd leiden tot minder vervoersbewegingen. Daarmee is het effect op duurzame stadslogistiek ook beperkt. Soms moet een leverancier zijn spullen afleveren bij een hub, maar gaat vervolgens alsnog de stad in om andere afleveradressen te bezoeken. Steden zijn nog echt aan het leren op dit punt. Het effect is bijvoorbeeld wel groter als er meer ontvangers zich aansluiten bij een hub, waarna een leverancier de stad zelf niet meer in hoeft.”

Slechts met grote veranderingen in hun keten kunnen leveranciers die al een eigen distributienetwerk hebben via hubs echt gaan bijdragen aan duurzame aflevering van facilitaire goederen, stelt Dreischerf. Vaak hebben ze echter al een effectief netwerk opgebouwd en is overstappen niet direct interessant.

Niet zomaar overstappen op een hub

Buijs, promotiebegeleider van Dreischerf, wil het opnemen voor de leveranciers. “Bedrijven hebben te maken met lange termijncontracten, die kunnen niet zomaar op een andere manier gaan aanleveren zonder extra kosten. Als andere klanten ook hubs gaan inzetten, wordt het wel interessanter. Want het werkt als het gaat om grote volumes. Onze aanname is, dat als we begrijpen hoe gemeenten hun inkoop kunnen inzetten om verduurzaming te stimuleren, dat dit kan leiden tot een enorme hap uit de CO2-uitstoot als gevolg van transportbewegingen in binnensteden. Want we hebben het echt over een groot volume. Uit eerder onderzoek blijkt dat facilitaire logistiek verantwoordelijk is voor ongeveer 10 procent van de vervoersbewegingen en uitstoot.”

Gunningscriteria op gemeentelijk niveau

Voor haar onderzoek ploeterde Dreischerf door een honderdtal publieke aanbestedingsdocumenten. Daarin staan de eisen en gunningscriteria die inkopers op gemeentelijk niveau stellen. In het merendeel van deze aanbestedingen staan aanvullende eisen of een gunningscriterium ten aanzien van duurzaam transport, zoals de eis om emissievrij te leveren. Ook wordt de vraag voorgelegd hoe de leverancier denkt kilometers te kunnen besparen op deze vervoersstroom of hoeveel elektrische voertuigen er worden ingezet.

“Met het opstellen van de eisen of gunningscriteria gaan gemeenten bewust verder dan wat via bijvoorbeeld milieuzones al wordt afgedwongen”, zegt Buijs, “Op die manier willen gemeenten leveranciers die vooroplopen op het gebied van duurzaamheid belonen.”

Dreischerf: “Niet alle gemeenten hebben hetzelfde doel. Sommigen gaan voor zero-emissie, anderen kijken toch meer naar minder voertuigbewegingen om de verkeersoverlast te drukken. Leveranciers verwachten niet per se dat iedere gemeente hetzelfde inkoopbeleid voert, zolang er maar duidelijkheid wordt gegeven over wat de gemeente wil. Tegelijkertijd willen ze ook graag hun eigen kennis op dit gebied delen. Gemeenten weten vaak niet wat leveranciers verder doen aan afleveringen in binnensteden, daar zijn ze niet mee bezig. Kennis delen kan bijvoorbeeld in marktconsultaties voorafgaand aan een aanbesteding. Of bij een open vraag over duurzame logistiek als gunningscriterium, maar dat is lastig voor inkopers te beoordelen omdat ze als het ware appels met peren moeten vergelijken. Er ontstaat voor gemeenten een spanningsveld tussen in hoeverre ze de oplossing moeten voorschrijven of de leverancier de oplossing moeten laten bepalen.”

Inkopers zijn gebonden aan afspraken

De oplossing zou zijn: ga gewoon om tafel zitten. Maar dat ligt toch vaak gecompliceerder, zo zijn de eerste bevindingen na intensief onderzoek. Dreischerf: “Met hun inkoopkracht kunnen gemeenten echt invloed uitoefenen op verduurzaming, maar aan de andere kant moeten ze ook voldoen aan allerlei regels die aanbesteding met zich meebrengt. Een gemeente moet vooraf bijvoorbeeld aangeven, dat ze twee keer per week een levering willen. Als naderhand blijkt, dat een wekelijkse levering beter is, kan dit niet worden aangepast totdat er een nieuwe aanbesteding plaatsvindt, omdat andere aanbieders weer moeten kunnen meedoen als de eisen veranderen. Dat maakt het lastig.”

Buijs: “Het liefst wil je in de publieke inkoop van beide kanten langdurig met elkaar in zee. Maar dat betekent wel dat je lange tijd gebonden bent aan afspraken die ooit zijn gemaakt. Je kunt dus niet zomaar verbetering daarin toepassen, zonder weer opnieuw aan te besteden.”

Tips voor inkopers bij gemeentelijke instellingen

Belangrijke tip voor gemeenten is: kijk naar je interne processen, vooral wanneer er een nieuwe aanbesteding gedaan moet worden. Vraag je af of leveren binnen 24 uur wel echt nodig is. Kijk ook naar de effectiviteit van hubs wat betreft reductie van emissies en van transportbewegingen. Maak het mogelijk voor leveranciers om mee te denken.

Documentenanalyse en interviews

De toekenning van de award is vooral toe te schrijven aan de analyse van een grote hoeveelheid data die Dreischerf boven tafel heeft te weten te krijgen over de logistieke eisen en gunningscriteria. “Het is allemaal publiek toegankelijke informatie. Ik heb gekeken naar de periode 2015 – 2021 en daarin zie je dat eisen steeds strenger worden. Vervolgens heb ik gesproken met inkopers, beleidsmakers en leveranciers. Deze documentenanalyse is het eerste deel van mijn onderzoek. Dat krijgt een vervolg in de vorm van een casestudy. Als het goed is levert dat een beeld op hoe beleidsmakers samenwerken met inkopers in een specifieke aanbesteding en ook met leveranciers. Dus hoe werken ze echt met elkaar, naast wat er in documenten is vastgelegd.”

Soms is het verstandiger om een elektrisch voertuig elders in te zetten

De praktijk is vaak anders dan gedacht, blijkt uit deze studie. Buijs geeft daar een voorbeeld van. “Je ziet wel bijvoorbeeld dat een gemeente probeert af te dwingen dat een pakketbezorger met een elektrisch voertuig de goederen af gaat leveren. Maar voor de leverancier is het misschien wel veel verstandiger en duurzamer om juist een andere aflevering met dat specifieke transportmiddel te doen. Zoveel elektrische voertuigen hebben de transportbedrijven niet. Alleen, een gemeente mag enkel eisen stellen met betrekking tot de eigen leveringen.”

Heres Stad Hoofdredacteur

Anna Dreischerf (32)

Promovenda onderwerp stadslogistiek, Rijksuniversiteit Groningen (sinds 2019).

Werkte bij HelloFresh (2014 – 2018) aan logistieke verbeterprojecten en business intelligence.

Daarvoor: bacheloropleiding Bedrijfskunde en masteropleiding Supply Chain Management, Rijksuniversiteit Groningen (2008 – 2014).

Paul Buijs (36)

Universitair docent, Rijksuniversiteit Groningen (sinds 2014), Faculteit Economie en Bedrijfskunde – geeft les in supply chain en operations management.

Studeerde industrial engineering en promoveerde daarna op logistiek en supply chain management met als specialisatie de transitie naar duurzaam transport (elektrisch vervoer, zero emissiezones).