Op de laatste novemberdagen vonden de jaarlijkse Vervoerslogistieke Werkdagen 2020 plaats. Voor de 26ste maal. Dit jaar in de vorm van vier digitale rondetafels. Het bestuur van de VLW had zijn best gedaan een formule te vinden om een diepgaand inhoudelijk debat mogelijk te maken. Van achter een beeldscherm gaat dat niet vanzelf. Toch lukte dat verrassend genoeg in alle vier de rondetafels. Deelnemers reageerden enthousiast. “Een voorrecht dat ik hieraan deel mag nemen”. Bij elkaar telden de rondetafels 150 deelnemers, dubbel zo veel als bij een regulier VLW Congres. In afwachting van het VLW congres op 18 en 19 november 2021, zal de VLW de komende periode meerdere rondetafels gaan organiseren.

VLW Rondetafel bouwlogistiek

Bouwlogistieke control tower roept nog nodige vragen op

Donderdag was de eerste VLW rondetafel onder leiding van HvA Lector Walther Ploos van Amstel. Over binnenstedelijke bouwlogistiek – een van de belangrijkste stadslogistieke stromen. Steden groeien alom en staan voor een stevige bouwopgave. Dit zorgt voor veel vrachtbewegingen binnen de stadsgrenzen, van en naar een grote diversiteit aan type bouwprojecten.

De bouwsector heeft een substantieel aandeel in de CO2-uitstoot, en is mede-veroorzaker van negatieve effecten van stadslogistiek. Daarnaast heeft bouw-gerelateerd verkeer een grote impact op de schaars beschikbare ruimte in steden.

Als er niks verandert in de stadslogistiek voor grootschalige nieuwbouwprojecten, wordt er voor 2030 een sterke toename verwacht van het aantal vervoersbewegingen vanwege de stevige bouwopgave voor steden. Door de impact van nieuwbouwprojecten in kwetsbare gebieden met een gebrek aan ruimte, ligt er al langere tijd een nadruk op het efficiënter organiseren van het bouwverkeer rond bouwprojecten op veelal postzegellocaties. Een zaak van lange adem. De toelevering aan bouwprojecten is een complexe aaneenschakeling van veel direct en indirect betrokken partijen.

Aanpak CO2-reductie

Siem van Merriënboer (TNO) presenteerde de eerste resultaten uit de komende Annual Outlook Bouwlogistiek van Connekt. Vier scenario’s zijn hierin uitgewerkt:

· Een verplichte bouwhub voor een aantal bouwstromen;

· Een multimodale bouwhub;

· Een bouwhub in combinatie met een gebiedsaanpak;

· Circulair bouwen en industrialisatie.

Zijn analyse laat zien dat de inzet van een bouwhub tot een aanzienlijke besparing in ritten en CO2-uitstoot leidt. Indien deze verplicht wordt gesteld voor individuele bouwprojecten in stedelijke centra leidt dit tot een besparing in zowel binnenstedelijke ritten – in het traject van bouwhub naar bouwplaats: 24% besparing – als in buitenstedelijke ritten – in het traject van leverancier naar bouwhub: 14% besparing. Om meer besparingen te realiseren is de inzet van elektrische voertuigen nodig – of vervoer over water naar bouwhubs. Naast het toepassen van bouwhubs kan de inzet van andere bouw(logistieke) processen een grote impact hebben op de logistiek; denk hierbij aan prefab en houtbouw. Prefab en houtbouw zijn een vorm van industrialisatie die maken dat er minder handelingen op de bouwplaats nodig zijn.

Control tower voor bouwlogistiek

Om meer afstemming en coördinatie (ketenregie) te realiseren binnen de verschillende partijen in de bouwketen, is een zogenaamde control tower een essentiële schakel. Tom Tesselaar (afgestudeerd aan TU Delft) presenteerde zijn visie op de inzet van control towers.

Om aan de marktkant een versnelling te realiseren van de toepassing van bouwhubs op individueel projectniveau, is een ontwikkelstimulans nodig voor een control tower. Overheden gaan meer en meer over tot een gebiedsgerichte aanpak. Daarin worden bouwstromen naar en van meerdere bouwprojecten in een stadsgebied op elkaar afgestemd of geoptimaliseerd. In dergelijke gevallen is de behoefte aan een geavanceerd IT-instrument om ketenregie over deze bouwstromen te faciliteren des te noodzakelijker. De huidige beschikbare IT-tools op dit vlak zijn beperkt: ze vertonen nog niet de mate van integratie tussen bouwprocessen en logistieke processen die nodig is op dit vlak. Ook roept de control tower vragen op van wie de data zijn en wat de governance is.

Ruimte voor bouwlogistiek maken

De CO2-besparingen zijn alleen te realiseren indien er locaties beschikbaar zijn aan de rand van steden voor bouwhubs, en wel in de nabijheid van gebieden waar veel bouwwerkzaamheden plaatsvinden,. Het gaat om relatief grote locaties. Indien er een mogelijkheid is voor een multimodale hub, heeft een locatie aan een waterweg de voorkeur.

De rol van gemeenten

Walther Ploos van Amstel (HvA) gaf aan dat gemeenten in hun rol van opdrachtgever en vergunningverlener bij de aanbesteding van nieuwe bouwprojecten sterk kunnen sturen op het toepassen en experimenteren met slimme bouwlogistieke oplossingen en met name met bouwhubs. Hiermee wordt de druk op de schaars beschikbare ruimte verminderd. Mogelijk moet het toepassen van bouwhubs via regelgeving verplicht gesteld worden. Stadslogistiek dient verbonden te zijn met de ruimtelijke ordening, omgevingsvisie en bedrijvenstrategie. Een gemeentelijke bestuurlijke visie over de vraag wat goede bouwlogistiek is ontbreekt echter in bijna alle steden. De urgentie wordt zelden gevoeld.

De gemeente Amsterdam is een koploper in bouwlogistiek. Volgens Sarah Bork, adviseur bij het Ingenieursbureau van de gemeente, groeit het gevoel van urgentie om tot bouwlogistieke oplossingen te komen en een betere sturing vanuit de lokale overheid, net als het gevoel van een gedeeld eigenaarschap. In de aanbesteding werkt Amsterdam vaker met een EMVI-criterium voor bouwlogistiek. Dit criterium heeft ze inmiddels gestandaardiseerd in een handleiding, waardoor het makkelijker is geworden om het in de aanbesteding op te nemen. Het wordt nog niet standaard in elk bouwproject toegepast.

Op stadsniveau betrekt Amsterdam de aannemer eerder in het proces. Dankzij de Samenwerkingsovereenkomst Verhardingen. Deze overeenkomst bevat diverse deelopdrachten voor verschillende (juridische) percelen. Normaal gesproken werd voor elk project een nieuwe aannemer geselecteerd, maar met deze overeenkomst kan de gemeente voor een langere tijd met een vast aantal aannemers werken. Het voordeel is dat de gemeente nu in een eerder stadium met aannemers gaat samenwerken en met hen kan sparren over de mogelijkheden betreffende bouwlogistiek.

VLW rondetafel Sharing Logistics in de stad

Met elkaar delen in de logistiek – omdat de samenleving daar om vraagt!

De tweede VLW rondetafel ging over het principe van delen in de logistiek. Hij stond onder leiding van Hogeschool Rotterdam lector Ron van Duin. Vanuit het perspectief van de stad hebben inleiders en deelnemers eens een dwarsdoorsnede gemaakt van allerlei sectoren. Niet alleen in de bouwlogistiek, maar ook in de zorglogistiek, onderhoudslogistiek, noem maar op, is onderzocht wat de mogelijkheden en onmogelijkheden zijn om personeel,

materialen, materieel te delen met andere bedrijven en instellingen. Om te kijken in hoeverre sharing kan leiden tot betere logistiek, was het verhelderend om over de grenzen heen te kijken van de verschillende sectoren.

Zes sectoren werden ingeleid door steeds een spreker uit de kenniswereld en een counterpartner uit het bedrijfsleven.

Stadslogistiek

Nick van den Band concludeerde dat er in de stadslogistiek goede mogelijkheden zijn voor het delen van licht elektrische vrachtvoertuigen. Het beste zou dit kunnen in een publiek private setting, om zo de logistieke control bij één partij te leggen. Alex Severs van Seval E-cargo onderschreef dit en liet zien hoe zijn bedrijf op deze manier business maakt.

Bouwlogistiek

Alexander de Vries was terughoudend in het toepassen van deelconcepten in de bouwlogistiek, omdat bedrijven dan onvoldoende zicht hebben op hun business case. Binnen de eigen holding delen bouwbedrijven wel; vaak gebeurt dat dan tussen kleine specialistische sub-bedrijven). Delen tussen onafhankelijke bouwbedrijven zag hij zelden gebeuren. Tarik Sebbar van Timber and Building Supplies Holland N.V. gaf aan dat intern delen de dagelijkse praktijk is. Op deze manier worden veel efficiëntie verbeteringen gerealiseerd. Om deelconcepten in de bouwlogistiek toe te passen is een ander governance-model nodig waarbij een externe partij zoals de overheid het voortouw neemt.

Transport & Warehousing

Pieter Verschoor heeft met collega’s en studenten bij 50 Transport & Warehousing bedrijven onderzocht wat hun ervaringen zijn met sharing logistics. Kelly van der Elst heeft daarbij 4 bedrijven nader onderzocht. Zij concluderen dat een aantal bedrijven sharing concepten actief adapteren in hun eigen business modellen. Een probleem is wel vaker hoe je monitort en hoe elk van de partijen eigen processen scheidt. Veel bedrijven bleken afwachtend. Men durft de samenwerking niet altijd aan. Er is niet automatisch vertrouwen. En niet ieder bedrijf haalt alles uit de kast om maatschappelijk verantwoord te opereren.

Zorglogistiek

Richard Westerman liet de laatste ontwikkelingen zien op het gebied van de zorglogistiek. Hij zag met name mogelijkheden voor het logistiek delen van hulp- en vervoersmiddelen in de langdurige zorg. Daar bleken aanzienlijke efficiëntie verbeteringen mogelijk te zijn. Suzanne Dekker van zorginstelling Careyn onderschreef dat maar gaf ook aan dat de logistieke regie in de zorg te versnipperd is, hetgeen mede in de hand gewerkt wordt door de lokale

budgettenstructuur in de langdurige zorg – vaak heeft elk van de tientallen afzonderlijke huizen van een zorginstelling zijn eigen budget voor hulpmiddelen. Daarbij is de cultuur ook dat de zorg de primaire dienst is, en zijn de mensen noch geschoold noch opgevoed zijn in de logistiek. Ook niet door lager of hoger management.

Servicelogistiek

Pim Warffemius liet zien dat de servicelogistiek technisch gezien ver is op het gebied van datadeling. Voortdurend meten bedrijven in de onderhoudssector hun(personele en) materiële inzetbaarheid. Het delen van dergelijke data met andere partijen – leveranciers bijvoorbeeld – is dan geen onoverkomelijke vervolgstap, maar roept wel risico’s op voor een mogelijke verschuiving in de verhoudingen. Robert Sonke van Evides beschreef zijn goede ervaringen met het delen van technische data, maar had geen negatieve ervaringen met het verschuiven van deze macht in zijn werkpraktijk van Industriewater Rijnmond. Uit de discussie bleek dat het gevaar van oneigenlijk gebruik, met name bij cruciaal equipment, de servicelogistiek er van weerhoudt zich open te stellen voor deel concepten.

Kennismanagement

Mark Wiersma was zeer te spreken over de mogelijkheden om op het terrein van kennismanagement kennis te delen. Voor innovaties is het dan wel belangrijk dat een strategische wederkerigheid gecreëerd wordt tussen bedrijven en kennisinstellingen. In de praktijk zien we dat het kennisdelen nog te weinig aandacht krijgt. Paul Rutten van de Hogeschool Rotterdam onderschreef dit. Zodra de afstudeerder de Hogeschool verlaat, wordt de kennis niet meer onderhouden door de onderwijsinstelling. Dat is een gemiste kans voor de vernieuwing van kennis op bedrijfsniveau. In nieuwe onderzoeksplannen zag hij wel aandacht voor learning communities, dat is een stap vooruit. Maar of deze communities na afsluiting van het onderzoeksproject blijven voortbestaan is daarmee niet gezegd. Bedrijven en kennisinstellingen zouden hier een lange termijn maatschappelijke missie van moeten maken, was zijn stelling.

In de eindbeschouwing stelde lector Hans Quak van Breda University of Applied Sciences dat in zowat alle sectoren het business perspectief te dominant aanwezig is in de discussie over de mogelijkheden van Sharing Logistics. Hij vindt het jammer dat er nauwelijks aandacht is voor het maatschappelijk nut dat de deelconcepten kunnen opleveren. Dit zou meer belicht moet worden bij het verkennen van de mogelijkheden en onmogelijkheden van Sharing Logistics. Het DHL sharing model biedt daarvoor een prima stappenplan, was de conclusie van de rondetafeldeelnemers.

VLW rondetafel Datagedreven Zorglogistiek

Betere èn goedkopere zorg door slimmer gebruik te maken van data

Datagedreven Zorglogistiek was het onderwerp van een zeer geanimeerd VLW rondetafelgesprek. Professionals uit het werkveld, onderzoekers, docenten en studenten gingen met elkaar in gesprek over de potentiële meerwaarde daarvan, en over de belangrijkste uitdagingen daarin. De houdbaarheid van het Nederlandse zorgsysteem staat onder druk door vergrijzing, het gebruik van steeds meer dure medicijnen en de stijgende kosten voor langdurige zorg. Daarbij zorgt het oplopend tekort aan zorgprofessionals voor een extra uitdaging. Om onze zorg voor iedereen goed en betaalbaar te houden zijn ingrijpende maatregelen nodig. De afgelopen jaren bleken inzichten uit het logistieke vakgebied een belangrijke bijdrage te kunnen leveren aan het slimmer organiseren van zorg-, hulp-, en ondersteuningsprocessen. Zorglogistiek wordt nu erkend als volwaardig vakgebied. Binnen het Zorglogistieke vakgebied komt er langzaam aandacht voor datagedreven methoden en technieken. Dit is sluit goed aan op de actuele verregaande digitalisering van administratieve processen en de beschikbaarheid van toegankelijke software en tooling in met name de ziekenhuiswereld.

De deelnemers kregen voorafgaand aan de rondetafel inzage in drie interessante praktijkpapers (zie ook https://www.researchgate.net/project/VLW2020-Datagedreven-Zorglogistiek). De schrijvers legden in een korte pitch elk hun belangrijkste bevindingen op tafel.

Een reeks zorglogistieke deskundigen vulden het plaatje aan:

· René Bekker, Associate Professor aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

· Kim Rietjens, Adviseur bij Q-Consult.

· André, Adviseur Zorglogistiek.

· Stan Janssen, Adviseur Waardegedreven Zorg, Elkerliek Ziekenhuis.

· Wencke Eijkelkamp, Manager Innovatie bij Carinova.

· Stephan Wouters, Hogeschool docent aan de AVANS Hogeschool.

· Yoram Clapper, Promovendus aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

· Fraukje Geelen, Student aan de Tilburg University

· Dennis van den Eijnden, Student aan de Tilburg University

De discussie werd geleid door HAN Lector Logistiek Dennis Moeke, die de inbreng van zowel het deskundigenpanel als van overige deelnemers met hun vele stellingen en discussiepunten goed wist te structureren.

Onderschat

De afgelopen jaren zijn flinke stappen gezet op het gebied van datagedreven zorglogistiek. Met name in de ziekenhuiszorg. De langdurige zorg loopt daarbij achter. Toch wordt de potentiële meerwaarde van datagedreven zorglogistiek nog altijd onderschat. Deze onderschatting wordt mede veroorzaakt door een gebrek aan bewustzijn van het belang van zorglogistiek onder zorgprofessionals.

Meer aandacht voor zorglogistiek denken

Om dit belang van zorglogistiek duidelijk te krijgen helpt het als er binnen de zorgopleidingen meer aandacht zou zijn voor zorglogistiek denken en de potentiële meerwaarde daarvan. Ook moet er meer aandacht komen voor dataverzameling ter ondersteuning van zorglogistieke beslissingen. De data uit zorg-, administratieve- en financiële systemen zijn vaak beperkt bruikbaar ter ondersteuning van dit type beslissingen. Tot slot was de conclusie van deze rondetafel dat het helpt wanneer er op strategisch niveau ook expliciet aandacht is voor zorglogistiek en rol die data daarin kan spelen.

VLW rondetafel Corona en goederenvoer Voorzichtig optimistisch

Op 12 maart 2020 aan het begin van de Corona-uitbraak zei premier Rutte: “Feit is dat je in een crisis als deze met 50 procent van de kennis 100 procent van de besluiten moet nemen en de gevolgen daarvan dus ook moet dragen”. Een dergelijke 50 procent bleek nog een milde overschatting als het gaat over onze kennis van de mogelijke gevolgen van COVID-19 voor het goederenvervoer.

Corona en goederenvervoer was het vierde onderwerp van de VLW Rondetafels 2020, onder leiding van Jan Francke van het KiM Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid.

De afgelopen maanden is er veel informatie verzameld, geanalyseerd en gepubliceerd om de feitelijke ontwikkelingen in het goederenvervoer en logistiek te monitoren. In verkenningen is vooruitgekeken wat op korte en langere termijn in verschillende scenario’s de gevolgen van de coronacrisis op het goederenvervoer kunnen zijn.

Wat weten we nu over de gevolgen van de coronacrisis voor het goederenvervoer in Nederland, en welke kennis is nodig en beschikbaar voor de overheid om besluiten te kunnen te nemen over benodigde beleids- en steunmaatregelen?

In deze ronde tafel gaven deskundigen vanuit bedrijfsleven, onderzoek en overheid hun visie op de vraag welke kennis en informatie je nodig hebt om de juiste maatregelen te nemen en daarover in discussie te gaan. De deskundigen waren: · Matthijs Jacobs (CBS) en Johan Visser (KiM) met actuele cijfers van de logistieke sector; · Arnaud Burgess (Panteia) over de ontwikkeling van de economie op langere termijn; · Machiel Bode (ING) over de levensvatbaarheid van logistieke bedrijven · Sieds Halbesma (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) over de benodigde kennis en informatie voor de juiste beleidskeuzen van de overheid; · Rogier Spoel (EVOFENEDEX) over de benodigde kennis en informatie voor de strategische keuzen van bedrijven (èn overheid).

Van zwart naar licht grijs: optimisme?

Het algemene beeld was dat het zwarte scenario voor logistiek en het goederenvervoer dat zich in de eerste weken van de pandemie leek te ontwikkelen, in de praktijk gelukkig iets minder erg blijkt uit te pakken dan gevreesd. De generieke en specifieke maatregelen hebben hun effect niet gemist. De betrokken ministeries en het bedrijfsleven hebben in korte tijd in goede samenwerking heel wat van de grond gekregen.

Toch moet gewaakt worden voor te veel optimisme omdat het beeld ook heel divers is. De deelmarkten verschillen enorm van elkaar. In de containervaart en de luchtvracht zijn de tarieven fors opgelopen en voor de containerrederijen gloort een topjaar qua winsten. Daarentegen is de markt nog steeds erg slecht in bijvoorbeeld de automotive en het transport van aardolie en aardolieproducten, omdat de vraag naar auto’s en autobrandstoffen is ingestort.

Van volledig herstel in omzet zal naar verwachting pas ver in 2022 plaats vinden, en herstel in vervoervolumes waarschijnlijk pas in 2025. Dat trage herstel komt niet alleen door corona. De groei in de internationale handel was al vóór corona aanzienlijk vertraagd, en specifieke zaken als de energietransitie, circulaire transitie en de stikstof impasse leiden tot afnemend vervoer van bulkgoederen. Dat geldt zowel voor maritieme overslag, de binnenvaart als het spoor.

Opslingereffect?

Bij de ronde tafel waren zo’n 30 deelnemers aanwezig die hun vragen via de chat functie konden inbrengen en daar werd goed gebruik van gemaakt. Naast de verkenningen op macro economische leest vanuit Panteia kwam de logistieke invalshoek goed naar voren. Jan Fransoo verwacht dat in de praktijk de pieken en dalen in logistiek en transport extremer zijn dan de uitkomsten van de modellen. Dat is bijvoorbeeld te zien aan de voorraadveranderingen. In de VS worden daarvan statistieken bijgehouden, en dan zie je daarin enorme schommelingen. In Europa is dergelijke informatie over voorraadveranderingen helaas niet beschikbaar. Ook al ten tijde van de financiële crisis in 2009 is er voor gepleit om hier meer inzicht in te krijgen.

Na de zomer is er een forse groei op gang gekomen in de aanvullingen van de voorraden waardoor er op sommige routes nu capaciteitstekorten zijn en de wachttijden oplopen. Ook in de Rotterdamse haven en in het intermodale achterland vervoer per spoor en binnenschip is het containervervoer weer aangetrokken. Het gevaar bestaat dat na de voorraadaanvulling en de e-commerce boom van Black Friday, Cyber Monday, Sinterklaas en Kerst het begin 2021 weer heel erg stil kan vallen. Belangrijk om de ontwikkelingen goed te monitoren en tijdig te reageren, concludeerden de rondetafeldeelnemers.